Schijt-mentaliteit
Ik had graag eens ergens anders over willen schrijven, maar ik kom er niet onderuit. Afgelopen zaterdag 18 oktober was het Wereld Menopauze Dag. Bovendien ben ik deze maand meerdere keren voor onderwijs over de overgang de boer op geweest. De overgang is HOT! Iedereen heeft het erover, dus ik ook. Ik wil alleen niet opnieuw een klaagzang houden over hoe verschrikkelijk het is voor vrouwen dat ze hun hormonen verliezen en welke consequenties dat allemaal heeft op het gebied van stemming, spieren, vetverdeling, libido, slaap en temperatuurregulatie, dus gooi ik het over een andere boeg.
Laat ik ook eens de positieve kant van de overgang belichten. Natuurlijk is de overgang een periode van verlies; van je vruchtbaarheid, schoonheid, gezondheid en jeugd, maar je kan het ook zien als een upgrade. Een 2.0 versie. Met oestrogeen zijn vrouwen in staat om voor anderen te zorgen en zichzelf weg te cijferen. Dat is essentieel als je probeert een gezin groot te brengen. Als dat oestrogeen verdwijnt, klaart er een soort mist op en komt de vrouw tot de ontdekking dat ze niet hoeft te leven voor anderen, maar dat ze ook mag kiezen voor jezelf. Een openbaring!
Dit is superhandig voor moeders van kinderen in de puberleeftijd, want die willen zich losmaken van hun ouders. Ze willen helemaal geen moederende moeder die vraagt: “Heb je wel ontbeten? Heb je je tanden wel gepoetst? Zal ik broodjes voor je smeren? Moet je je huiswerk niet maken?” Zonder oestrogeen lukt het moeders zelf ook steeds beter om los te laten. “Dan kopen ze maar frikandelbroodjes van hun zakgeld. En als dat op is, gaan ze maar een bijbaantje zoeken. En als ze geen regenpak aan willen, worden ze maar nat en koud, eigen schuld”.
Vrouwen ontwikkelen ergens tussen de vijfenveertig en vijfenvijftig jaar een schijt-mentaliteit. Dat is heerlijk bevrijdend, maar wel even wennen voor hun partners. Echtscheiding licht op de loer! De perimenopauzale vrouw doet geen dingen meer omdat een ander het van haar verwacht. Ze geeft ongevraagd haar mening en komt op voor zichzelf, in plaats van haar mond maar te houden voor de lieve vrede, en denken aan het belang van anderen. Voor het eerst stelt ze zichzelf de vraag: Wat wil ík eigenlijk?
Het verbaast me dan ook niets dat ik in het boek “Magnificent Sex” van Peggy Kleinplatz lees dat vrouwen voor hun veertigste niet in staat zijn om geweldige seks te hebben. Daarvoor moet je namelijk weten welke seks voor jou de moeite waard is en dat durven opeisen. Pas met de jaren leer je seks te hebben voor je eigen genot. En zo eindigt een column over de overgang toch weer met seks, maar ach, schijt!